De belangrijkste dag in de literatuur valt op 16 juni en wordt sinds jaren gevierd als ‘Bloomsday’, vernoemd naar Leopold Bloom, de hoofdfiguur in "Ulysses" van James Joyce. In Ulysses wordt één dag uit het leven van Leopold Bloom beschreven: 16 juni 1904. Op deze dag had Joyce zijn eerste afspraak met Nora Barnacle en werd hij verliefd op haar. In Ierland was het die dag ongewoon warm, maar verder was het een heel gewone dag. Niet echter voor Joyce. Zijn dag werd afgesloten met de indrukwekkende ervaring dat Nora haar hand in zijn broek stak en hem aftrok. Volgens Maria Kager (https://www.groene.nl/artikel/de-dag-van-bloom) zou Joyce Nora later verteld hebben dat zij “een man van hem had gemaakt”. Hij was nog nooit verliefd geweest en zijn seksuele ervaring had zich beperkt tot prostituees. Nora werd zijn vrouw, zijn geliefde en muze.
Volgens Maria Kager is dit gegeven relevant, omdat “Ulysses niet alleen een literair meesterwerk is, maar ook de viering van het menselijk lichaam in al zijn facetten”. Uit dit werk (alsook uit brieven aan zijn vrouw Nora) blijkt zijn belangstelling voor seksualiteit. In een kleurrijk verhullend taalgebruik beschrijft hij taboeonderwerpen zoals naaktheid, voyeurisme en masturbatie. Met Ulysses trachtte Joyce het lichaam te recreëren, dit deed hij door voor ieder hoofdstuk een orgaan of andersoortig lichaamsdeel als uitgangspunt te nemen, los van het feit dat vrijwel ieder hoofdstuk ook een associatie had met hoofdstukken uit de Odyssee van Homerus. Joyce publiceerde het boek vanaf 1918 als vervolgverhaal in het Amerikaanse tijdschrift “The Little Review”. Toen het dertiende hoofdstuk uitkwam, werd bij de uitgever een klacht ingediend vanwege obsceniteit. Er kwam zowel in de Verenigde Staten als in Engeland een publicatieverbod dat duurde tot 1933, respectievelijk 1936. Het boek is toen in 1922 uitgebracht in Frankrijk door Sylvia Beach, eigenaar van de boekwinkel Shakespeare and Company en een vriendin van Joyce (https://nl.wikipedia.org/wiki/Ulysses_(boek)).
Een ander beroemd werk dat zich in juni afspeelt en wel tijdens de zonnewende, is “A Midsummer Night’s Dream” van William Shakespeare.
In deze romantische komedie van William Shakespeare, waarvan de eerste druk verscheen in 1600, worden de avonturen beschreven van vier jonge geliefden en een groep amateuracteurs in een bos dat verlicht is door de maan. Het verhaal vertelt de manier waarop de vier geliefden en de acteurs met elkaar omgaan, alsook met de feeën die het bos bewonen. Het stuk is de basis van veel films, toneelstukken en opera’s. Benjamin Britten laat de elfenkoning Oberon met een druppel toversap het liefdesleven beïnvloeden van zijn onderdanen en echtgenote Tytania. Verliefdheid, ontrouw, extase, verdriet en verzoening vullen de nacht.
Een Nederlandse roman die zich in juni afspeelt draagt de naam “Juni” en is geschreven door Gerbrand Bakker. Het verhaal draait om een familie die een tragisch ongeluk herdenkt dat jaren eerder tijdens een werkbezoek van Koningin Juliana in juni plaatsvond. De gebeurtenissen toen vormen de kern van het verhaal en beïnvloeden de personages diepgaand.
Als we kijken naar de functie van juni in bovenstaande verhalen, lijkt vooral de symbolische functie groot. Juni wordt geassocieerd met warmte, romantiek, de langste dag van het jaar (zonnewende) als piek van de levenscyclus, natuur en landelijk leven, en traditionele vieringen van o.a. de zonnewende. We zien in deze verhalen echter ook contrapunten: ontrouw, verdriet en dood.
Niet gedateerde foto van James Joyce
Nora Barnacle
Reactie plaatsen
Reacties