De maand ‘Mei’ ontleent haar naam aan de Griekse godin Maia, de godin van de vruchtbaarheid. Eeuwenlang stond de maand mei ook in het teken van de liefde. Rond de eerste mei vonden er talrijke meifeesten plaats. Het was dé gelegenheid voor trouwlustige jongens en meisjes om toenadering tot elkaar te zoeken. Tot laat in de avond dansten zij rond de meiboom. Er werden bloemenkransen voor elkaar gevlochten en in het holst van de nacht versierden de jongens het huis van hun uitverkoren meisje met meitakken (https://historiek.net/mei-bloeimaand-maar-ook-verhuismaand/59145/).
Maar 1 mei is ook de Internationale Dag van de Arbeid. Deze werd voor het eerst op 1 mei 1890 gevierd met grote demonstraties voor een achturige werkdag. In het Engels staat 'May Day' voor de 'Dag van de Arbeid'. Zo is de eerste mei zowel geassocieerd geraakt met liefde en een nieuw begin als met (gewelddadige) demonstraties voor de arbeidersklasse. Scott Fitzgerald en James Jones gebruiken beide elementen in hun romans.
"May Day" door F. Scott Fitzgerald, gepubliceerd in 1920, begint met deze zin: There had been a war fought and won and the great city of the conquering people was crossed with triumphal arches and vivid with thrown flowers of white, red, and rose. (Er was een oorlog gevoerd en gewonnen, en de grote stad van het zegevierende volk stond vol met triomfbogen en overal lagen uitgestrooide bloemen – witte, rode en roze _Uit: https://www.athenaeum.nl/nieuws/vertalers/2013/de-eerste-zin-van-f-scott-fitzgerald-een-dag-in-mei-vertaald-door-charles-bors-en-mon-faber). De novelle start op 30 april en gaat verder op 1 mei 1919, de dag waarop gewelddadige rellen plaats vonden in Cleveland, Ohio tussen socialistische groeperingen en industrie arbeiders. Scott Fitzgerald gebruikt deze gebeurtenis en laat hem in New York plaats vinden. Hij zet sociaal arme, teruggekeerde soldaten tegenover gepriviligeerde rijke soldaten, alumni van Yale. Beiden bezoeken eenzelfde dansfeest. De clash tussen deze groepen is gewelddadig en de rol van vrouwen hierin verraderlijk.
In het verhaal “The Merry Month of May” (De Lange Hete Lente) van James Jones (1971) wordt de studentenrevolutie van 1968 in Parijs tegen de klassendiscriminatie in de Franse maatschappij en het gebrek aan inspraak van studenten beschreven aan de hand van een vader-zoon conflict. De zoon is een aanvoerder van opstandige studenten, de vader een lijnrechte tegenstander van de revolutie. Als lezer ziet men de strijd op straat: de door boze menigten omringde barricaden, het traangas, de prachtige oude bomen aan weerszijden van de boulevards, neergehaald door woedende, uitzinnige studenten.
De maand Mei heeft in beide verhalen de functie van 'contrapunt'. Door het contrast dat gelegd wordt tussen de liefelijkheid van de maand mei en het geweld van de 1 mei-demonstraties wordt de emotionele impact vergroot.
Tot slot een prachtige ‘Mei’-zin met 'contrapunt' uit "Love in the Time of Cholera" (Liefde in tijden van cholera) door Gabriel García Márquez: “Het was onvermijdelijk: de geur van bittere amandelen deed hem altijd denken aan het lot van onbeantwoorde liefdes.”
In het Engels: "It was inevitable: the scent of bitter almonds always reminded him of the fate of unrequited love."
Reactie plaatsen
Reacties