Geïnspireerd door een indrukwekkende La Traviata (De Nederlandse opera) met een schitterende Adela Zaharia als Violetta Valéry ben ik me gaan verdiepen in ‘La Dame aux Camélias’ van Alexandre Dumas fils, de roman waarop La Traviata is gebaseerd.
Het verhaal is semi-autobiografisch en gaat over de liefde tussen hem en Marguerite Gautier.
Marguerite Gautier staat model voor de beroemde courtisane Marie Duplessis. Marie Duplessis was geboren als Alphonsine Plessis (1824-1847) in een klein dorpje in Normandië. Haar jeugd werd gekenmerkt door grote armoede. Op jonge leeftijd werkte ze als dienstmeisje in een herberg. Als 15-jarige ging ze bij familie in Parijs wonen, waar ze werkte als hoedenmaakster in een atelier en zich via de prostitutie omhoogwerkte tot courtisane. Toen ze de minnares werd van een rijke koopman, kon ze een klein appartement betrekken en kende ze voor het eerst een bescheiden luxe. Ze leerde lezen en schrijven, nam pianolessen en kwam bekend te staan als uitzonderlijk goed opgeleid en belezen. In korte tijd werd het boerenmeisje een van de meest begeerde en dure courtisanes van Parijs. In haar salon verzamelden zich politici, kunstenaars, zakenlieden en rijke erfgenamen. Ze veranderde haar naam in het aristocratisch klinkende Marie Duplessis (https://nl.wikipedia.org/wiki/Marie_Duplessis).
Marie Duplessis stond bekend om haar buitengewone schoonheid, elegantie, tact en stijl. Er werd gezegd dat niemand die haar voor het eerst ontmoette, dacht met een prostitué te maken te hebben. Ze ontving de beroemde mannen uit haar tijd en liet haar portret schilderen door Édouard Viénot. Bekend was haar grote voorliefde voor bloemen, vooral camelia's. Ze zou 25 avonden per maand witte bloemen hebben gedragen, en op de andere avonden, als ze ongesteld was, rode bloemen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Marie_Duplessis).
In de roman ‘La Dame aux camélias’ beschrijft Alexandre Dumas jr zijn liefdesaffaire met Marie Duplessis. Als Armand Duval, de minnaar van Marguerite Gautier, zorgt hij ervoor dat ze haar leven als courtisane opgeeft om met hem op het platteland te wonen, niet ver van Parijs. Dit zou haar gezondheid ten goede komen, zij lijdt aan tuberculose. Bovendien is zij ook verliefd op hem. Maar de affaire wordt bedreigd door financiële problemen en de vader van Armand, die Marguerite vraagt het uit te maken met zijn zoon omdat anders zijn dochter niet kan trouwen met een respectabel man. Uit liefde voor Armand en compassie met zijn zusje, geeft Marguerite toe. Tot haar dood een jaar later zal Armand ervan overtuigd zijn dat ze hem heeft verraden met een nieuwe minnaar en vrijwillig is vertrokken.
Dumas rehabiliteert in zijn boek het beeld van de ‘foute vrouw’. Van een lichtzinnige vrouw wordt Marguerite Duplessis bij hem het slachtoffer van burgerlijk egoïsme. Uit liefde geeft zij de luxe van een briljant en vrij leven op, daarna uit altruïsme haar relatie met haar geliefde, maar haar oprechtheid blijft voor de wereld verborgen. Ze is dus het slachtoffer van het vooroordeel dat een prostitué niet deugdzaam kan zijn. Eenmaal een hoer, blijf je een hoer.
Zoals ik in mijn eerdere blogs over het thema ‘De Foute Vrouw’ al schreef, is dit de tragiek van veel vrouwen, die zich dankzij de prostitutie omhoog weten te werken. Zij worden hierom bewonderd en gevierd. Maar maatschappelijk respect krijgen ze niet, zelfs niet als ze uiteindelijk uit de prostitutie stappen. De zin “niemand die haar voor het eerst ontmoette, dacht met een prostitué te maken te hebben” is hiervoor veelzeggend.
De enige bekende foto van Marie Duplessis (https://www.opusklassiek.nl/opera_operette/verdi_traviata.htm)
Reactie plaatsen
Reacties